Afgelopen vrijdag vond het anti-racisme protest plaats in Utrecht op het Jaarbeursplein. Met een vuist in de lucht lieten 3500 mensen gezamenlijk hun boodschap horen tegen racisme: genoeg is genoeg.
“If you don’t understand the struggle, stay home“, aldus Leroy Lucas. Hij is bestuurslid bij Keti Koti Utrecht, een van de organisatoren van het protest. “Mensen die denken dat we een festival vieren, zien de ernst van de zaak gewoon niet in. We zijn hier om onze stem uit te spreken, want we kunnen niet meer achterover blijven leunen. We need to make change happen. Wij als zwarte mensen moeten ook de knoppen bedienen, om de volumes aan te passen zodat we eindelijk worden gehoord.”
Systematische ongelijkheid is namelijk niet alleen een Amerikaans fenomeen. Ook in Nederland is institutioneel racisme aan de orde van de dag. Instituten als de Belastingdienst en de politie maken zich schuldig aan etnische profilering, maar ook media produceren eendimensionale berichtgeving wat leidt tot hardnekkige beeldvorming van gemarginaliseerde groepen.
Verraderlijke plaag
In Nederland noemen we het beestje niet graag bij de naam. Onwetendheid en ongemak zorgen ervoor dat er geen verantwoordelijkheid wordt genomen. ‘Maar we zijn toch een tolerant land?’ is een veelgehoord argument. Alsof tolerantie ons land onschendbaar maakt tegenover diepgewortelde racistische systemen. De befaamde Afro-Amerikaanse schrijver en poëet Maya Angelou beschreef het treffend in het boek Wouldn’t Take Nothing for My Journey Now: “De plaag van racisme is verraderlijk en komt zo soepel en stil en onzichtbaar onze geest binnen als zwevende microben in de lucht, om vervolgens ons lichaam binnen te dringen en levenslang in onze bloedbaan te verkeren.”
Het is essentieel om onze geschiedenis te herzien om te begrijpen waar het diepgewortelde racisme vandaan komt. De Nederlandse geschiedenis kent gitzwarte bladzijden. Racisme komt voort uit de stelselmatige en eeuwenlange exploitatie en onderdrukking die is toegekend aan zwarte mensen. Dit heeft als gevolg dat vandaag de dag institutioneel racisme in stand wordt gehouden.
Geen hype
Het is oncomfortabel om met je neus op de feiten gedrukt te worden en bewust te worden van je eigen privileges. Onthoud echter dat dit niet het moment is om te zeggen dat alle levens ertoe doen, want daarmee wordt de pijn en het lijden van de zwarte gemeenschap ontkend. Anti-racisme is geen trend of hype. Ook vandaag, morgen, volgende week, volgende maand en volgend jaar moeten we ons hier voor inzetten.
Enkel actieve inzet kan daadwerkelijk verandering teweeg brengen. Daarvoor hoef je niet naar een protest met een vuist in de lucht. Toon je solidariteit door je in te lezen (Witte Onschuld van Gloria Wekker en Hallo Witte Mensen van Anousha Nzume zijn een goed begin), luister naar de stemmen van de zwarte gemeenschap, erken je eigen privileges en blijf je uitspreken. Stilte is geen optie meer.
Afgelopen maandag 11 mei was ik te horen in het radioprogramma Jouw Stad Utrecht van radiozender FunX naar aanleiding van mijn artikel over de app QuarantineChat. Ik vertelde hoe het precies werkt en waarom het zo leuk is om te bellen met vreemde mensen van over de hele wereld tijdens coronatijd.
Het interview is te beluisteren via onderstaande link:
Een kort praatje met degene naast je in de trein of small talk met de barista die koffie klaarmaakt: spontane gesprekken met onbekenden zijn een zeldzaamheid in tijden van quarantaine. De app QuarantineChat probeert dit gat te vullen door gebruikers van over de hele wereld aan elkaar te koppelen om ze uit de dagelijkse sleur te halen.
QuarantineChat werd afgelopen maart gelanceerd en is gemaakt door ontwerpers Danielle Baskin en Max Hawkins uit Californië, VS. Hoe ontstond het idee om een app te maken die mensen in quarantaine aan elkaar koppelt? “Ik hoorde veel over de impact van het COVID-19 virus in China. Hoewel mensen nog steeds virtueel met hun vrienden en familie kunnen praten, ontbreekt de ervaring van een spontane ontmoeting met een vreemde. Thuis bevinden we ons in een gecontroleerde omgeving wat weinig ruimte biedt aan spontaniteit. Daarom wilde we iets creëren wat mensen in staat stelt met vreemden te praten en wat hen uit de dagelijkse sleur haalt. De meeste apps en websites zijn volledig gefocust op het vinden van precies datgene wat je zoekt: of het nou gaat om een date of een recept.Wanneer je je echter openstelt voor iets onverwachts, zal je merken dat iets wat op het eerste oog niet bij je past toch iets is waarvan je kunt leren en je interesses kan verbreden.”
Inmiddels staat de teller boven de 10.000 gebruikers uit meer dan 100 landen. “We krijgen geweldige verhalen van mensen en hun gesprekken. Soms mailen ze ons met de vraag of we ze opnieuw kunnen verbinden met iemand, wanneer ze vergeten zijn hun contactinformatie uit te wisselen. Er ontstaan veel nieuwe vriendschappen.”
Maar, hoe werkt het? Het aanmelden verloopt simpel: je voert je telefoonnummer in via de website, downloadt de app en kunt meteen instellen hoe vaak je gebeld wilt worden. Je kunt ervoor kiezen om op random tijden gebeld te worden, maar er is ook keuze uit themagesprekken als boeken (wat ben je nu aan het lezen?), reizen (deel verhalen over je avonturen) en poëzie (lees een gedicht voor aan elkaar). Zodra je gebeld wordt door een willekeurig persoon, krijg je een melding van de app. De telefoongesprekken zijn kosteloos, dus je hoeft je geen zorgen te maken over een ellenlange telefoonrekening en je kunt het gesprek verlaten wanneer je maar wilt. Als je geen zin hebt om op te nemen is dat trouwens ook geen probleem: de andere aan de lijn wordt dan automatisch verbonden met een andere gebruiker. Nieuwsgierig als ik ben, besluit ik de app te downloaden. Een week lang voer ik telefonische gesprekken met mensen van over de hele wereld.
Meer geduld
Mijn eerste gesprek is met Lico (20) uit Tengarang, Indonesië. “Het coronavirus heeft veel impact gehad op mijn routine en dagelijkse bezigheden”, vertelt hij. “Ik wil naar andere plekken toegaan, maar dat kan helaas niet. Gelukkig kan ik online boodschappen bestellen.” Toch is het leven niet zo zwaar voor hem. “Ik woon met mijn familie, dus eenzaam voel ik me niet.” Wat was dan voor hem de reden om deze app te downloaden? “Ik wil graag in contact komen met mensen uit andere landen en verhalen delen met elkaar. Het voelt alsof mensen nu relaxter zijn en meer geduld hebben.” Hij droomt ervan in Nederland te wonen en is dan ook dolenthousiast wanneer hij hoort dat ik er vandaan kom. Na een halfuur is de verbinding zo slecht geworden dat ik besluit op te hangen. Jammer, aangezien we net zo’n leuk gesprek hadden.
Prioriteiten herzien
De volgende dag word ik verbonden met historica Sandy (31) uit New York, VS. “Eerst vond ik het surrealistisch wat er gebeurde, maar je went al snel aan het nieuwe normaal. Ik hoop alleen dat de regels niet permanent zullen gelden”, vertelt ze. “Momenteel ben ik in Israël met mijn man. We zijn hier naartoe gegaan voordat de situatie in onze hometown escaleerde. Het is relatief relaxed hier in Tel Aviv.”
“Net zoals na 9/11, zullen we straks terugkijken op een before & after COVID-19 tijdperk.”
Bijna iedereen die ze kent in New York kreeg het coronavirus en haar oma overleed er zelfs bijna door. “Ik vreesde dat het over was en piekerde over het feit dat we dan geen gewone uitvaart konden hebben. Het is een wonder dat ze nog leeft.” Toch ziet ze ook de positieve kanten aan de pandemie. “Op een persoonlijk niveau kan het ervoor zorgen dat mensen de prioriteiten in hun leven herzien. Hopelijk zorgt het er ook voor dat mensen zich bewuster worden van klimaatverandering. Ik denk dat er veel mooie kunst en literatuur voortvloeit uit deze periode. Deze tijd heeft veel impact op de mensheid. Net zoals na 9/11, zullen we straks terugkijken op een before & after COVID-19 tijdperk.”
Schotse ochtendstem
Het spontane karakter van de app zorgt ervoor dat je op elk moment gebeld kunt worden, ook wanneer het eigenlijk niet uitkomt. Zo kreeg ik een belletje tijdens een Zoom-vergadering, die ik weg klikte, maar toen ik een dag later tijdens een schoonmaak sessie gebeld werd besloot ik wel op te nemen en het schoonmaken tijdelijk te staken. “Hello? Who is this?” Het duurt een paar seconden voordat ik reactie krijg, maar uiteindelijk hoor ik een jongeman aan de lijn met een accent waarvan ik vermoed dat het Iers is. Callum (23) komt echter uit Greenock, Schotland. “I just woke up!” Met aanwezige ochtendstem vertelt hij de app gisternacht pas te hebben gedownload en dit is dan ook zijn eerste gesprek.
Ik vraag hem hoe hij de quarantainetijd doormaakt. Zijn studie Music Production is even stilgelegd, maar dat vindt hij niet erg: genoeg tijd om thuis muziek te maken en luisteren. Hij woont samen met zijn moeder die werkt bij de National Health Service (NHS) op de callcenter-afdeling. Daarnaast heeft hij een broer die in Japan werkt als leraar. Zijn Amerikaanse vader is een aantal jaar geleden overleden. “Hij was een fotojournalist, reisde de hele wereld over en werkte onder meer voor Greenpeace.”Hij had een goede band met hem en vertelt dat hij op zijn kamer een collage met foto’s van zijn vader heeft hangen. Ik ben benieuwd of hij ook een reisfanaat is, waarna hij me lachend meedeelt naast Glasgow alleen in Amsterdam te zijn geweest met zijn vriendin. Het leukste aan onze hoofdstad vond hij de musea, de grachten en de wiet. Wel droomt hij ervan om later verre reizen te maken en dan het liefst naar Mexico, Brazilië of Azië. Callum heeft een goed humeur merk ik op wanneer hij zomaar ‘Oh what a beautiful morning!’op zingende wijze roept. Ik moet er spontaan van lachen.
Het boek The Meditations van de Romeinse keizer en stoïcijnse filosoofMarcus Aurelius Antoninus vormt voor Callum een inspiratiebron in deze tijd. In het boek past Marcus stoïcijnse filosofie toe op de uitdagingen van omgaan met pijn, ziekte, angst en verlies die ook toepasbaar zijn ten tijde van een pandemie. “Accepteer waar je geen controle over hebt”,vormt voor Callum de grootste les uit het stoïcijnse principe, zeker nu. Hoe denkt hij dat de wereld er na COVID-19 uit zal zien? “Ik denk datsocial distancing de komende jaren aanwezig blijft. Verder denk ik niet dat er grote veranderingen zullen plaatsvinden.Everything will stay the same”, concludeert hij.
Buitengewone tijd
“I’m in the future and the future is good, just so you know!” Een pakkende opening van het vierde gesprek. Het is vrijdagavond negen uur bij hem, terwijl bij mij de middag net is begonnen. Aan zijn stem te horen gok ik een dertiger aan de lijn te hebben, maar niets blijkt minder waar: het blijkt de 52-jarige Symon uit Melbourne, Australië. “Vanbinnen voel ik me nog altijd een dertiger.” Hij heeft een Griekse afkomst en komt uit een artistiek gezin. Hij studeerde film en is daarna altijd in de tv-industrie werkzaam gebleven. Hij vertelt over het verlies van zijn beide ouders. “Je denkt dat je er niet mee kan dealen, but you do. Ik wist niet dat ik zo sterk was.” Laatst zag ik een oude man in de 80 bij de supermarkt, in z’n eentje. Toen ik hem daar zo moederziel alleen zag voelde ik medelijden. Wie zou er voor hem zorgen?”
“We moeten allemaal acclimatiseren in deze situatie. Dit dwingt mensen reflectief te zijn.”
Hoe voelt hij zich momenteel? “Ik voel me oké en daar voel ik me schuldig over, want veel mensen voelen zich niet oké door de omstandigheden. Ik woon alleen en ben een introvert, dus gewend om op mezelf te zijn. Daarnaast werk ik al veel vanuit huis, dus mijn leven is niet erg veranderd.”
Momenteel is er een medium lockdown van toepassing in Australië waarvan de regels verschillen per deelstaat. “Aan het begin van de corona crisis, was ik hoopvol: ik dacht dat het voor grote verandering in de wereld zou zorgen. Nu betwijfel ik dat. Ik vrees dat alles weer hetzelfde zal zijn als voorheen.” Hij is van mening dat het kapitalistische systeem uiteindelijk moet veranderen voor een duurzame wereld. “Het voelt wel hypocriet om dat te zeggen terwijl ik met jou bel via een iPhone. Toch hoop ik dat deze situatie ervoor zorgt dat mensen bewuster omgaan met consumeren.” Zelf geeft hij zijn geld het liefst uit aan spullen die voor herinneringen zorgen zoals bioscoopbezoeken, muziekinstrumenten en reizen. “Het is een buitengewone tijd voor iedereen. We moeten allemaal acclimatiseren in deze situatie. Dit dwingt mensen om reflectief te zijn. Ik hoop dat dit verandering teweeg kan brengen in het bewustzijn van mensen. Good things come with bad things.”
Blijft de app eigenlijk wel bestaan na de quarantainetijd? “We blijven zeker actief. Het is een experimentele app en zal daarom met de tijd veranderen door ideeën en feedback van onze gebruikers. Maar de kern blijft hoe dan ook hetzelfde: connecting strangers to have conversations”, aldus Hawkins.
Racisme naar Aziatische bevolkings-groepen is niks nieuws maar wordt door de huidige coronacrisis meer zichtbaar, vertelt kunstenaar en anti-racisme activist Sioejeng Tsao. “Ik voelde dit altijd al maar nu kan ik er niet meer omheen.”
Je kunt hoog of laag springen, meelachen om racistische grappen, maar zelfs dan zullen anderen jou niet als volwaardige Nederlander zien, vertelt Sioejeng (28) vanuit haar Amsterdamse woning. “Ik heb ook shit gezegd omdat ik bang was buiten de boot te vallen, maar nu doe ik dat niet meer.”
Haar naam betekent ‘stralende dame’ in het Chinees. Het past goed bij haar opvallende verschijning bestaande uit kobaltblauw geverfde lokken. Hoe heeft zij het thuiszitten de afgelopen weken ervaren? “De eerste paar dagen waren raar: het voelde zo plotseling. Vanaf het eerste moment nam ik het uiterst serieus. Al voor de officiële maatregelen in werking werden gesteld, bleef ik zoveel mogelijk binnen”, bekent Sioejeng. “Ik heb altijd al gezegd dat we te snel leven en wist dat er een moment zou komen waarop we zouden worden teruggeroepen. Toch dacht ik dat dit moment pas zou komen als ik heel oud – of nog erger – dood zou zijn.” Volgens Sioejeng hebben Aziatische landen waaronder Singapore, Taiwan en Zuid-Korea een veel efficiëntere aanpak in de bestrijding van het virus dan Nederland. “Dit komt omdat zij al beschikken over kennis en ervaring door het SARS-virus. Het lijkt me daarom logisch dat landen zonder ervaring hun voorbeeld volgen. Toch hoor ik mensen zeggen: maar China heeft ons met dit virus opgezadeld! China wordt gegeneraliseerd tot één groot gevaar, in plaats van het te beschouwen als een land met een regering die losstaat van de individuele inwoners. Vervolgens worden deze frustraties afgereageerd op mensen met een Oost-Aziatisch uiterlijk, waaronder ik.”
Hoe komt het dat racisme naar Nederlandse Aziaten toe voor velen nu pas echt zichtbaar wordt? “Racisme in Nederland leeft onder het oppervlak. Toen Chinezen voor het eerst in Nederland kwamen, gingen ze al snel meedraaien in de maatschappij: ze openden hun eigen restaurants en snackbars. Toch zijn ze nooit volledig geïntegreerd, omdat ze 9 van de 10 keer niet de taal spraken en alleen met hun eigen groep omgingen. Door de buitenwereld werden ze echter als ‘rolmodel’ migranten bestempeld, terwijl zij zich nooit écht onderdeel van de samenleving voelden. Er werden maaltijden bij ze afgehaald, maar tegelijkertijd kregen ze kutopmerkingen naar hun hoofd geslingerd. Door de huidige coronacrisis zien we het gevoel wat we ons hele leven met ons meedragen ineens overal aan het licht komen: we worden toch niet helemaal geaccepteerd. Ik voelde dit altijd al maar nu kan ik er niet meer omheen. Doordat jonge Nederlandse-Aziaten nu opener durven te zijn, brengen we onze boodschap naar buiten: we pikken het niet langer om het mikpunt van spot te zijn.”
Op welke manier wordt er volgens jou in Nederland gekeken naar de Chinese gemeenschap? “Ze zijn altijd beschouwd als een modelminderheid. Er is een ideaalbeeld van ze gecreëerd door andere Nederlanders, zonder echt te erkennen welke problemen ze ondervinden. In de Chinese cultuur draait het om bescheidenheid en respect voor autoriteit. Mijn opa kwam toentertijd in de oorlog naar Nederland en was vooral heel dankbaar dat hij hier een nieuw leven mocht opbouwen. Hij zei altijd dat er twee dingen zijn waar je het nooit over moet hebben om de harmonie te bewaren: politiek en religie. Ergens begrijp ik het, maar je kunt niet in harmonie leven als je niet wordt geaccepteerd om wie je bent.”
Hoe was het om op te groeien als jong Nederlands-Aziatisch meisje? “Ik groeide op in de Bijlmer en zat op een gekleurde school. Desondanks waren mijn broer en ik de enige kinderen met een Chinese afkomst op onze school. Van jongs af aan was ik me al bewust dat wij anders waren dan de rest. Ik kan me nog herinneren dat ik een keer ging bowlen met mijn ouders terwijl er naast ons een jongetje lelijke dingen naar me riep en spleetogen maakte. Mijn vader sprak toen midden in de bowlingbaan de vader van dat kind aan op zijn ongepaste gedrag. In dat opzicht heb ik geluk met mijn vader, want als rasechte Amsterdammer is hij niet op z’n mondje gevallen. Mijn moeder daarentegen zou zich nooit zo uitspreken. Ze is geboren in Nieuw-Guinea, volbloed Chinese en kwam op latere leeftijd naar Nederland. Zij stelde zich vooral bescheiden op.”
Hoe ben je begonnen als anti-racisme activist? “In de zomer van 2019 was ik betrokken bij de productie van een videoclip van rapformatie Broederliefde. De producer had gevraagd of ik Oost-Aziatische mensen kende voor de casting. Ik vroeg een aantal keer expliciet of Chinezen in een slecht daglicht zouden worden gezet. Zij garandeerden toen dat het niet het geval was. Toen ik de videoclip later zag, dacht ik: what the fuck gebeurt hier nou weer?
Nadat ik een onserieuze reactie kreeg van de productie, was ik er klaar mee. Op Instagram postte ik mijn ongenoegen waarna het bericht talloze keren werd gedeeld. Van een ‘gewone’ Instagrammer was ik van de een op de andere dag een ware activist geworden. Ineens was ik in één klap zichtbaar voor iedereen. In het begin was dat best moeilijk, omdat ik me nog niet volledig had kunnen acclimatiseren aan de situatie. Mensen zijn snel geneigd hun mening uit te storten en ik kreeg dan ook veel haatreacties. Toen ik voor de eerste keer online werd aangevallen, was ik bang om naar buiten te gaan. Ik moest toen blijven herhalen tegen mezelf waarom ik dit ook alweer deed. Gelukkig kreeg ik ook ontzettend veel lieve berichten waarin mensen me vertellen wat mijn werk voor ze heeft betekend. Daar doe ik het voor. Alle andere backlash en reacties als ‘kutchinees’ boeien me niet meer.”
Het kunstwerk van Sioejeng genaamd ‘Truth is dead’.
Gebruik je jouw kunst ook voor activistische uitingen? “Mijn kunst heeft altijd al een activistisch randje gehad. In mijn beleving heeft kunst geen belichaming: iedereen kan iets creëren en het is vrij te interpreteren. Toch werk ik zoveel mogelijk vanuit mijn eigen belevingswereld. Ik wil alleen spreken vanuit mijn eigen ervaring als Nederlands-Aziatische vrouw. Lange tijd heb ik me afgestoten van mijn afkomst, maar naarmate ik ouder word ben ik gaan inzien hoeveel mijn afkomst voor me betekent. Het belangrijkste wat ik daarmee uit wil dragen is: stap uit je bubbel. De kleine moeite die jij doet, vormt een groot gebaar voor een ander.”
Op de eerste dag van dit jaar werd Engels als officiële voertaal ingevoerd op de Universiteit Twente. Voortaan worden alle colleges in het Engels gegeven en verloopt alle communicatie in de nieuwe voertaal. Verengelsing in het hoger onderwijs staat al jarenlang ter discussie. Welke gevolgen heeft verengelsing voor de Nederlandse taalbeheersing van studenten en docenten?
Toenemende verengelsing Er zijn verschillende motieven die het toenemende aanbod Engelstalig onderwijs in het hoger onderwijs verklaren. Zogeheten international classrooms, arbeidsmarktperspectief, de wens van studenten zelf en het internationale wetenschapskarakter noemt de Vereniging van Universiteiten (VSNU) als redenen. Uit hun onderzoek in 2017 blijkt dat 77% van de bacheloropleidingen van Nederlandse universiteiten in het Nederlands wordt aangeboden. De overige 23% van de bacheloropleidingen is volledig Engelstalig. Van de masteropleidingen is 74% volledig Engelstalig. Dat steeds meer studies in de bachelor fase Engelstalig worden, ziet de vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON) als een groot probleem vertelt bestuurslid Felix Huygen. “Wat eerder als uitzondering gold, is nu de regel geworden. Zeker in de grensgebieden Maastricht, Twente, Tilburg en Eindhoven: in deze gebieden daalt de natuurlijke aanwas en hoger opgeleiden trekken naar de Randstad. Dit wordt gecompenseerd door Engelstalige studies waarmee buitenlandse studenten worden aangetrokken. Universiteiten in het hele land worden hierdoor gedwongen om ook Engelstalige studies aan te bieden, zodat ze kunnen meedoen in de concurrentiestrijd.” Dick Meijer, universitair docent wiskunde van de Universiteit Twente, is er ook van overtuigd dat verengelsing op zijn universiteit vooral een verdienmodel is. “Verengelsing maakt de universiteit inclusiever voor buitenlandse studenten, maar exclusiever voor de Nederlandse maatschappij.”
Serieuzer nemen Vier jaar geleden verloor de vereniging BON het kort geding wat werd aangespannen tegen de toenemende verengelsing op de Universiteit Twente en Universiteit Maastricht. “De universiteiten ontkennen het probleem: ze gebruiken smoezen onder het mom van internationalisering. Natuurlijk is Engels een belangrijke taal, maar dit moet niet ten koste gaan van academisch Nederlands. Wij pleiten er daarom voor dat in de wet verankerd wordt dat een minimum percentage van de bacheloropleidingen in het Nederlands moet zijn.” Verengelsing in het hoger onderwijs heeft bredere effecten die over de gehele maatschappij merkbaar worden benadrukt Huygen. “Als het niveau van Nederlands achteruitgaat op universiteiten, heeft dat direct effect op alle onderwijsinstellingen. We moeten daarom de Nederlandse taal met z’n allen serieuzer nemen om het tij te keren.”
Balans creëren Dick Meijer, naast docent ook lid van de universiteitsraad, is het hier volmondig mee eens. “Als je uitdrukkingsvaardigheid in je moedertaal al niet academisch ontwikkeld is, wordt het nog lastiger in een vreemde taal. In landen als Duitsland en Zweden is Engels ook sterk vertegenwoordigd, maar blijft er voldoende aandacht voor de eigen taal.We moeten een goede balans creëren, want als we op deze manier verder gaan verwaarlozen we het academisch Nederlands.” Dat is problematisch, omdat de meeste studenten na hun afstuderen op de Nederlandse arbeidsmarkt terechtkomen. Studenten die opgeleid worden in het Engels, kennen hun eigen vak en de bijbehorende vaktermen vaak niet in het Nederlands. “In sommige vakken draait alles om taalbeheersing, denk bijvoorbeeld aan juristen, psychologen en onderwijzers”, vertelt Nicoline van der Sijs, hoogleraar Historische taalkunde van het Nederlands aan de Radboud Universiteit Nijmegen. “Die horen het Nederlands en de vaktermen foutloos te beheersen.
“Op deze manier verwaarlozenwe het academisch Nederlands”
Verlies van kwaliteit In december 2019 werd het wetsvoorstel Taal en toegankelijkheid ingediend door minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ingrid van Engelshoven. Uit het wetsvoorstel blijkt dat het aanbieden van een Engelstalige opleiding door Nederlandse onderwijsinstellingen meerwaarde moet hebben. Emeritus hoogleraar Nederlandse Taal- en Letterkunde Jaap Goedgebuure is het eens. “Engels als voertaal in het hoger onderwijs moet van nut zijn. Het is volkomen overdreven als Nederlandssprekend universitair personeel in het Engels moet communiceren.” Volgens hem zal verengelsing geen disproportionele impact hebben op de Nederlandse taalbeheersing van studenten en docenten. “Met de beheersing van het Nederlands door Nederlanders is het in algemene zin al niet te best gesteld. Het kan er dus niet echt op achteruitgaan”, stelt Goedgebuure. “Als verengelsing beperkt blijft tot de wetenschaps- en zakenwereld, hoeft tweetaligheid geen problemen op te leveren.” Uit cijfers van de Nationale Studenten Enquête 2017 blijkt dat de keuze voor Engels niet leidt tot een lagere onderwijskwaliteit. Toch ziet Meijer door de verengelsing een verlies van kwaliteit. “Het kost meer energie en het vergt meer concentratie om alles in het Engels te doen. Ik merk dit niet alleen bij mezelf, maar ook bij mijn studenten. Je kunt toch levendiger vertellen en beter improviseren in je eigen taal. Bovendien gaat kennisoverdracht een stuk efficiënter.”
Engelse artikelen Vorig jaar kondigde de Vrije Universiteit Amsterdam aan de studie Nederlands te schrappen wegens teruglopende studentenaantallen. De VSNU meldt een aanmeldingendaling van zestig procent in de afgelopen tien jaar. “Het idee leeft onder Nederlandse studenten dat Nederlands te ‘gewoontjes’ is en een Engelstalige studie prestigieuzer”, vertelt Huygen. Zo ook voor Myrthe Molenaar (20). Ze koos bewust voor de Engelstalige studie International Business Administration. “Flink wennen in het begin, maar uiteindelijk heb ik mijn weg erin binnen no-timegevonden.Mocht ik later bij een internationaal bedrijf willen werken, dan heb ik daar een streepje in voor”, vertelt Molenaar. “Tegenwoordig wordt alles internationaler door toenemende technologie en globalisatie: met je mobiele telefoon heb je de hele wereld in je broekzak. Je kunt er dus beter in meegaan in plaats van ertegen vechten.” Fay Wendel (21) volgt de bachelor Nederlandse taal en cultuur. “Voor mijn studie moet ik af en toe Engelse artikelen lezen. Best apart eigenlijk.” Ze ziet verengelsing niet als iets slechts. “Wel denk ik dat het belangrijk is voor studenten om Nederlands te blijven spreken en lezen, zodat het niet volledig wordt achtergesteld.”
“Als je mee wilt komen met globalisatiemoet je er gewoon mee dealen”
Geen politieagenten Student politicologie Veerle Klok (22) koos expres voor de tweetalige variant van haar studie, wat een voordelige positie met zich meebrengt. “Ik ontwikkel nu zowel academische taalvaardigheden in het Nederlands als in het Engels. Ik heb voor deze optie gekozen, omdat ik het een beetje eng vond om voor de volledige Engelse variant te gaan. Mijn Nederlands is namelijk heel goed dus ik was bang dat Engels een struikelblok zou vormen.” Docenten moeten volgens Veerle ook wennen aan het toenemende Engels in het onderwijs. “Ik heb professoren die foutloos academisch Engels beheersen. Daarnaast heb ik een docent bij wie ik, zodra hij Engels spreekt, alleen maar denk: arme man…” Als docenten de Engelse taal niet goed beheersen, bestaat een grote kans dat studenten een slechtere taalvaardigheid opbouwen vertelt Judith Rispens. Als hoogleraar Nederlandse taalkunde is zij verbonden aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). “Taalkundigen zijn geen politieagenten die over de Nederlandse taal moeten waken, maar toch raad ik hoger onderwijsinstellingen aan heel goed na te denken voordat ze Engels als voertaal invoeren. Studenten hebben een goede didactiek nodig voor hun taal- en schrijfvaardigheid.”Volgens Veerle is het belangrijkste om je niet te veel te verzetten tegen toenemende verengelsing. “Engels wordt nu eenmaal steeds belangrijker.Als je mee wilt komen met globalisatie moet je er gewoon mee dealen.”
Maandverband, tampons, organicups, period panties: tegenwoordig is er volop keuze wat menstruatieproducten betreft. Maar het is niet voor iedereen een vanzelfsprekendheid om dit tot je beschikking te hebben. Uit twee onderzoeken, uitgevoerd door feministisch platformDe Bovengrondseen ontwikkelingsorganisatiePlan International, is gebleken dat menstruatie-armoede ook in Nederland voorkomt.
Bloedserieus onderzoek Mascha Singeling is expert op het gebied van water, sanitatie en hygiëne bij ontwikkelingsorganisatie Plan International. “In het Verenigd Koninkrijk was er eerder onderzoek gedaan naar menstruatie-armoede. We waren toen benieuwd geworden hoe het in Nederland zat en zo zijn we ons onderzoek Bloedserieus gestart.” Uit het Nederlandse onderzoek van Plan International is gebleken dat menstruatie-armoede ook in Nederland voorkomt. Naast de menstruatie-armoede blijkt er ook nog steeds sprake te zijn van schaamte rondom menstruatie. Bijna de helft van de ondervraagde meisjes en jonge vrouwen uit het onderzoek geeft aan zich vies te voelen als ze menstrueert. Daarnaast zou bijna de helft van de deelnemers openlijker over het onderwerp willen praten. Plan International richt zich met name op menstruatieprogramma’s in landen buiten Europa. In Uganda wordt met het project Menstrual Hygiene Management het onderwerp bespreekbaar gemaakt. “We zien positieve ontwikkelingen. Zo houden we ons bezig met de verbetering van sanitaire voorzieningen, geven we voorlichting op scholen en oefenen we invloed uit op beleid. Ook de taboes, die daar nog heviger aanwezig zijn, hopen we met onze projecten te doorbreken”, aldus Singeling.
“Menstruatie-armoede betekent te weinig toegang hebben tot de middelen om comfortabel en veilig te kunnen menstrueren”
Gratis menstruatieproducten Plan International heeft De Bovengrondse meegenomen in de campagne. Het feministische platform heeft een verkennend onderzoek verricht naar menstruatiearmoede in Nederland. Lorijn de Boer is hier als onderzoeker aan verbonden. “We wilden ons niet beperken tot onderzoek en daarom zijn we de inzamelingsactie Damesverband gestart om menstruatieproducten te regelen voor vrouwen die lijden aan menstruatie-armoede. Deze actie hebben we alleen in Amsterdam gericht. We pleiten er daarom voor dat de overheid dit verder oppakt. Er is gewoon veel meer nodig om dit probleem op te lossen.” Minister Bruins van Medische Zorg & Sport beantwoordde deze maand Kamervragen over menstruatie-armoede in Nederland naar aanleiding van de twee onderzoeken uitgevoerd door De Bovengrondse en Plan International. Volgens minister Bruins geven de onderzoeken geen aanleiding om extra maatregelen te nemen die specifiek gericht zijn op dit deelaspect van armoede, omdat het kabinet al diverse maatregelen neemt om de structurele oorzaken van armoede aan te pakken. Wethouder Linda Voortman uit Utrecht besloot echter om samen met politieke partijen GroenLinks, D66 en Student & Starter een oproep te doen om tampons en maandverband gratis te verstrekken bij de voedselbanken en scholen in Utrecht. In het Verenigd Koninkrijk worden gratis menstruatieproducten al beschikbaar gesteld om menstruatie-armoede tegen te gaan.
“Menstrueren is niet vies of gek. Menstrueren hoort er gewoon bij”
Taboe doorbreken Peter de Vroed en Anke Verhagen zijn de oprichters van het Menstruatie voorlichtingsinstituut. Hun missie bestaat uit het vergroten van kennis en bewustzijn van de menstruatiecyclus op mens en maatschappij. Hoe kijken zij aan tegen de onderzoeksresultaten over menstruatie-armoede in Nederland? “Menstruatieproducten zijn, net als voedsel, een eerste levensbehoefte en zouden dus voor iedere vrouw beschikbaar moeten zijn.” Het enorme gebrek aan kennis houdt het taboe rondom menstruatie volgens de Vroed en Verhagen in stand. “Daarom zijn we begonnen met het geven van voorlichting op scholen en binnen bedrijven. Door het taboe te doorbreken kan er gekeken worden naar de behoeften van vrouwen in plaats van dat er lacherig over wordt gedaan.” Hoe kan het menstruatie-taboe dan het beste doorbroken worden? Dit is in lijn met de aanbevelingen die De Bovengrondse opstelde in het Menstruatie-Manifest. “Dit doen we allereerst door kennisvergroting over menstruatie: voorlichting dus. Hiermee beginnen we al op de basisschool, voor álle kinderen. Want pas als iedereen weet hoe menstruatie werkt, verdwijnt het taboe en worden de problemen die ermee gepaard gaan herkenbaar. Een thema als menstruatiearmoede komt hierdoor gemakkelijker en breder onder de aandacht. Dat dit gebeurt is belangrijk omdat taboes voor barrières zorgen. Zo is het voor sommige vrouwen moeilijk om de juiste producten te verkrijgen. Simpelweg omdat ze zich schamen. Maar menstrueren is niet vies of gek. Menstrueren hoort er gewoon bij”, aldus het Manifest.